Ik rijd de laatste donkere kilometers. Ik verlang naar thuis, thee, bank en boek. Voor me doemen remlichten op. Verdorie, file.

Een ongeluk? Een zoektocht naar een voortvluchtige crimineel? Naar drugs? Mijn fantasie slaat op hol terwijl de rij zich stotterend voortbeweegt. Ik zoek in het dashboardkastje naar pepermunt om de tijd door te komen.

Fel getik op het dak. Van schrik verslik ik me in Wilhelmina. Een agent zwaait met een zaklamp en gebaart dat ik het raam moet openen. Hij draagt blauwe latex handschoenen en een strenge blik. Het raam opent piepend van protest. Door mijn hoestbui heen mitrailleert hij: “Goedenavond, dit is een controle. Heeft u eerder geblazen?

Mijn geschrokken brein heeft moeite met schakelen van ongeval en drugs, naar controle en een zinnig antwoord op de vage vraag. Wat zou hij bedoelen? Geblazen in de fanfare? Hoog van de toren? In de bus? Op de bellenblaasacademie? De zaklamp schijnt in mijn gezicht, op zoek naar een verhelderend antwoord. Haastig kauw ik wat rest van de koninklijke versnapering weg en probeer: “Bedoelt u vandaag?

Deze reactie, mijn verhitte hoofd en de zak pepermunt wekken argwaan. “Lippen stevig om het mondstuk, blazen tot ik stop zeg.” De blauwe handschoenen duwen een zwarte doos met plastic tuut door het raam. Braaf doe ik wat me is opgedragen onder de indringende aanmoediging “Doorgaan, doorrrrrrgaannn!”

Opeens denk ik aan het legendarische advies van Soundmixshow jurylid Barrie Stevens.  ‘Vooralllll doorgaan’ klonk het met onmiskenbaar Engels accent na elke tenenkrommende auditie.  Ik weet nu dat grinniken en blazen niet goed samengaan. Het moet opnieuw.  

“Blaifen blaaaasssen, doorrrrgaan, doorrrrrgaannnn…” Na diverse pogingen heb ik een krampachtige duckface en is het kastje eindelijk tevreden. Agent Stevens kijkt nog steeds alsof hij het niet vertrouwt. “Ik heb echt alleen fffwater gedronken”, rolt mijn verklaring overtuigend uit de snavel.  “Dat zeggen ze allemaal mevrouw. U mag het mondstuk eraf halen en doorrijden.”

Ik trek de plastic tuut van het kastje en blaas met een stiff upper lip de aftocht.

Gerda Lether