Na een pauze van twee jaar werd ons dorp weer overspoeld door toeristen van heinde en verre, die popelden om zich langs kraampjes vol nutteloze spullen te wurmen. De Spakenburgse Dagen gingen van start. Volgens de lokale media had het hele dorp er reikhalzend naar uitgekeken.
Voor ons huis stond het podium. Daarop konden de zo node gemiste shantykoren het hunkerende publiek toezingen. Maar niet voordat onze burgervader had afgetrapt. Voor de gelegenheid gestoken in sexy klepbroek en boezeroen. Vanaf mijn dakterras hoorde ik hoe hij uitbrak in vreugdevol gezang: ‘De Spakenburgse Dag gaat noooooit verloren. Knoop het in je oren, knoooooop het in je ooohooohooohoren.”
Je zou verwachten dat de shantykoren na deze topper gedesillusioneerd zouden afdruipen. Maar nee, ze hebben de hele dag hun best gedaan de ambtelijke topprestatie te verbeteren. Ik ben de uitvinders van de noise cancelling oortjes eeuwig dankbaar. Ze bleken mijn reddingsboei in een razende vloedgolf aan ‘Bonnies’ die steeds opnieuw ‘over the ocean’ werden gesleurd.
Ik heb overigens niets tegen nostalgie en couleur locale. Ik sla er zelfs een beetje in door. Van elke overleden dierbare staat ergens in huis een reliek. Een wandelstok, een kwispedoor, een suikerpot. Die mogen nooit weg. Want daarmee zou het tastbare bewijs dat iemand er toch ooit echt was verdwijnen. Zo heb ik ook een mutserige ouwe damesfiets. Maar wel de mutserige ouwe damesfiets van Oma Muijs. Oma Muijs droeg de lokale dracht met trots. Daarom heb ik haar oude, verkleurde fietstassen in stijl beplakt met klederdrachtstof.
De laatste tijd hapert Oma. Ze trapt door en de versnellingen zijn wat dement. Dus bracht ik haar naar de fietsendokter. Die keek meewarig, zuchtte onheilspellend en stelde de diagnose. “Niks meer aan te doen. Tijd voor een nieuwe.”
Het was alsof hij voorstelde Oma ter plekke te euthanaseren. Geschokt reageerde ik: “Maar dat kan niet. Dit is Oma Muijs!” Haastig fietste ik haar weg van het bloeddorstig abattoir. Ik vergaf haar elke mistrap en schakelfout. Triomfantelijk zong ik zachtjes een overwinningstune. “De fiets van Oma Muijs gaat noooooiit verloren. Knooooop het in je ooohooohoooohoren.”