Halverwege de nacht daal ik de trap af. Ik voel dat er iets niet klopt. Normaal gesproken loopt mijn escorte enthousiast voor me uit. Maar nu ligt hij uitgestrekt beneden. Hij trilt een beetje van opwinding. Zijn blik is getergd en maniakaal. Bij mij gaan de alarmbellen af. Voorzichtig sluip ik de laatste treden naar beneden en let op waar ik mijn blote voeten zet. Mijn hand vindt het lichtknopje.
Opeens komt hij in beweging met een snelheid die me verrast. Hij is tenslotte op leeftijd en gesteld op gezapige routine met een continue voorraad brokjes en een minzame knuffel op z’n tijd. Nu trillen zijn snorharen, zwaait zijn staart en roffelen zijn rode poten op het tapijt. Ik zie iets kleins wegschieten. Iets bruins met een staart gaat er pijlsnel vandoor, als een Femke Bol op medaillejacht.
In een donker hoekje ontdek ik een muis met argwanende kraalogen. Ik twijfel. Moet ik meedoen aan de jacht? Of ga ik weer slapen? Ik besluit tot het laatste. Tenslotte kan ik de finale van dit kat-en-muisspel prima aan onze ervaren kater overlaten. Hele estafetteteams van insluipers heeft hij in de afgelopen jaren letterlijk een kopje kleiner gemaakt.
Een paar uur later is de keukenvloer een bloedrood slagveld. Een uitgeputte kater met gefrustreerde blik ligt tussen scherven en geplette tomaatjes. Die blik betekent dat de trofee aan zijn neus voorbij is gegaan. Amuizing Femke heeft gewonnen. Waarschijnlijk staat ze nu met opgewonden piepstem haar fans te vertellen hoe blij ze is met de onwaarschijnlijke prestatie. En wordt ze gelauwerd met een goudgele kaasplak. Daarvan krijgt zelfs de grijste muis het hoog in de bol.
Ik ruim de bende op en streel het gekrenkte ego van de kater. ‘Wacht maar, dat muisje krijgt nog wel een staartje. Zelfs de allerbesten maken eens een misstap en komen ten val.’
Gerda Lether