Pad op de polderdijk. Een mistige morgen. Windstil en wonderschoon. De wereld slaapt uit onder een donzige deken. De grens tussen hemel en aarde is uitgegumd.

Een forse fietser hijgt ons tegemoet. Met zware tegenzin zwoegt hij de trappers rond. Ongetwijfeld op advies van vrouw, arts of geweten. Een brommerig “Morruge” bij het passeren verraadt dat het lezen van het sportkatern hem sportief genoeg is. Zijn verbaasde blik vraagt stilzwijgend wat ons beweegt. Wij voeden onze stappentellers, wisselen recepten uit en lossen wereldcrises op.  

De mist hangt nog wat rond. Hoogspanningsmasten lijken van hun voetstuk gevallen en zweven gewichtloos in het kleurloze landschap. Wij behandelen de klimaatcrisis en de mosterdsoep.

Een fietsbel achter ons. Flitsend blauw lycra, gespierde kuiten, een gestroomlijnde helm. Met een vrolijk “Goed bezig ladies!” racet een opgestoken duim voorbij. Door deze aanmoediging in strakke verpakking krijgt onze pas zowaar een huppel.

Een aak doemt als een spookschip op uit de verstoorde stilte. Nog voor de stuurhut zichtbaar is verdwijnt de boeg alweer in benevelde flarden.  De zin en onzin van het energieplafond en het genot van hartige taart houden ons minstens 3000 stappen bezig.

De forse zwoeger is op z’n retour. Op weg naar koffie, krant en tijgerbalsem. Wij balen van gerommel met de salderingsregel voor zonnestroom. En van zonvakanties die overschaduwd worden door vliegschaamte. Of plakt dit label nu op falende luchthavens die een Schip onder het Hol verdienen?

“Ja hallo!.. zijn jullie van de ME? Zo breed lopen jullie!” Verrast kijk ik om. Het halve pad is tenslotte vrij voor probleemloos passeren. Het blijkt een dertiger met natte, rode baard, boze blik en gevuld kinderzitje. “Ook goedemorgen”, roep ik het rossige rolmodel na en zwaai naar de nazaat.

Met het hoofd in de wolken stappen we door. Het valt misschien ook niet mee om je op pappadag te verplaatsen zonder cruise- en climate control, parc en lane assist. Aan het einde van de dijk zijn we eruit. De wereld heeft meer minzaamheid nodig. En mist. Meer mist. Want dan lijkt alles zachter.  

Gerda Lether