Het giet van de regen als ik naar buiten hol voor een boodschapje. Getverderrie, ik moet hink-stap-sprong over en langs hoopjes bruine derrie. Is er een roedel sint-bernards met acute buikklachten en hoge nood langs geweest? Bijna goed; het zijn de plakkerige restanten van de intocht van een andere Sint. Zie ginds stromen kruidnoten slap door de goot. Zelfs de meeuwen hebben geen trek om die op te ruimen. Ook zij kunnen geen pepernoot meer zien.

De eerste zakken lagen al in de winkel toen de zon nog genadeloos boven de Madrileense residentie van de goedheiligman brandde. De oude baas en schimmel worstelden zich door klamme siësta’s en droomden van een koele intocht. In Nederland lagen de chocoladeletters en banketstaven naast de zonnebrand te smelten in de winkelschappen. In ongeduldige afwachting van een heerlijk avondje dat nog een kwartaaltje verwijderd was.  

Nu is de goedheiligman in het land. Dat werd hoog tijd, want de kerstballen zijn al afgeprijsd om plaats te maken voor de paaseitjes. Naast de minikerstboompjes staan de eerste voorjaarstulpen uitgestald.

Het is geen wonder dat steeds meer mensen de kluts kwijtraken. Het natuurlijk verloop van de seizoenen is zoek. Er zit geen adempauze meer tussen hoogtijdagen. Onze biologische klok raakt in de war. Zelfs het klimaat is in crisis. De weergoden worden namelijk ook een dagje ouder. Die raken van slag zonder vaste herkenningspunten. De afgelopen weken waren ze zo overspannen dat ze alleen nog radeloze huilbuien konden uitstorten. In opperste verwarring murmelden ze een lied:

Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan

Hij brengt ons de kerstman ik zie hem echt staan

Ook huppelt de paashaas het dek op en neer

En zwaaien er tulpen gehaast heen en weer

Wie staat daar te zingen? ’t Is prins carnaval!

Hij zit op een rendier, dat is toch te mal?

O lieve Sint-Nicolaas, ik weet het niet meer

Is het nu wintertijd of zomert het weer?   

Gerda Lether