In onze veelkleurige samenleving willen we niemand buitensluiten. We zijn tegen pesten en discriminatie en voor body positivity. Voor onze ruimdenkendheid omtrent seksuele oriëntatie en genderidentiteit is inmiddels een indrukwekkende rij letters nodig. Voor wie zich niet kan vinden in L, H, B, T, Q, I of A  kan altijd nog schuilen onder de +. Zo heeft iedereen een plek onder de zon.

Behalve als je een rare snijboon bent. Wonderlijk genoeg kennen we geen genade voor bonen met een mankementje.  Hetzelfde geldt voor kromkommers, onaangepastinaken en opdringerige wortels. Zwetende peentjes durven zich – sinds het rapport Van Rijn – in geen enkele vorm meer aan de buitenwereld te tonen. Groentjes met een afstand tot de versmarkt worden vermalen onder het kritisch oog van de strenge supermarktkeurmeesters. De snijboon met een rugzakje wordt zonder blikken of blozen buitengesloten. De opgewonden wortel met een dwingend verlangen om gezien te worden kan de pot op. Voor hen is geen plaats in het begerenswaardige AGF-resort. Bruut worden ze afgevoerd naar de reststromen voor kneusjes.  

Zo wordt wereldwijd maar liefst een derde van al het geproduceerde voedsel weggemoffeld. Dit gegeven rechtvaardigt de vraag wie nu eigenlijk de rare snijbonen zijn in deze doorgedraaide wereld.

Er zijn gelukkig ook toffe peren die in verzet zijn tegen deze voedselverspilling. Het No Waste Army redt kromme wortels en consorten en geeft ze een glansrijke plek op de markt als smaakmakende soepen, sappen, sauzen en meer. Wie zich aansluit bij dit leger mag het lekkers soldaat maken. Dat lijkt me een strijd met uitsluitend winnaars. Door die krijgsmacht laat je je toch vrolijk inlijven? Maar laten we voor de zekerheid de dienstplicht weer invoeren. Met ruimhartige inclusie van legergroentjes met welke afwijking dan ook.

Gerda Lether